De verdwenen fiets.
Ze woonde in een
dorpje,Tineke en haar papa en mama en broertjes.Er is een school en een
zwembad waar alle vriendjes en vriendinnetjes naar toe gaan.Het is
woensdag een snik hete dag,de kinderen zijn naar school maar mama weet
nu al waar de kinderen van middag naar toe gaan.En eindelijk is het dan
zo ver,de school bel gaat het is twaalf uur de kinderen vliegen de klas
uit naar buiten,ze wachten buiten op elkaar,Jan,Remie en Tineke en de
kinderen van de dominee,Wies,Harry en Stieneke ze spreken af hoe laat
ze gaan zwemmen en lopen gezamenlijk naar huis.Ze komen bij huis aan en
de kinderen van de Dominee lopen door, de dominee woont met zijn vrouw
en zeven kinderen in de pastorie.En vraagt mama hoe was het op school de
verhalen komen los, in tussen dekt mama de tafel,ze eten een boterham,
en vraagt mama wat gaan jullie van middag doen, ze roepen in één koor
zwemmen, mama moet er mee lachen ze wist het wel, het is vragen naar de
bekende weg. De kinderen staan op van de tafel en zoeken de zwem
spulletjes bij elkaar, ze krijgen nog geld voor een ijsje en weg zijn
ze ,mama roept pas goed op de kleintjes.En daar komen ook de kinderen
van de dominee aan fietsen de jongste mogen achter op zitten ,Tineke en
Stieneke het lijken wel zusjes maar zijn dikke vriendinnetjes.En daar
gaan ze richting zwembad.Het is één rechte weg tussen de koeien en de
korenvelden,het is druk allemaal fietsers richting zwembad, het zwembad
gaat schuil achter de hoge bomen van het park en speeltuin.Een diepe
droge sloot loopt langs het hekwerk,het staat vol met fietsen binnen het
hek is de fietsenstalling maar zo kost het geen geld.De kinderen komen
bij het loket en laten hun zwemkaart zien en mogen door lopen het
zwemfestijn kan beginnen.Een maal binnen uitkleden en de kleding af
geven en zoeken dan een plaatsje met zicht op het water,ze rollen hun
badlakens uit,Jan roept ik heb zin in een ijsje en de hele club vliegt
er achter aan naar het snoepwinkeltje en daar staat al een flinke rij
kinderen iedereen wil een ijsje,eindelijk zijn ze aan de beurt er word
flink gelikt het ijsje smelt snel en voor ze weer terug zijn,zijn is het
ijsje op.Nu snel het water in ze hebben de grootste pret gaan kopje
onder en doen tikkertje en gaan weer het water uit, en dan gaan ze lang
uit liggen in de zon,heerlijk op gewarmd gaan ze weer het water in, en
dan vraagt Stieneke waar is Wies niemand had haar nog gemist, Wies had
wel meer van die streken dat ze zonder iets te zeggen verdween, dan zat
ze bij oudere jongens en meisje en haalde geintjes uit.Het is een
heerlijk dag van water pret maar aan alles komt een eind. Remie als een
van de oudste zegt we moeten gaan willen we op tijd thuis zijn, en daar
komt Wies aan lopen en roept het is de hoogste tijd om te gaan ze heeft
een grijns op haar gezicht ze voerde iets in haar schild dat kun je
zien.Ze zoeken de spulletjes weer bij elkaar en halen de kleding weer af
bij de balie,en als iedereen weer aangekleed is gaan ze vrolijk
richting uitgang en lopen langs de sloot waar de fietsen staan het is
even zoeken,Jan roept hier staat mijn fiets Remie loopt ook die kant
in,dat is raar zijn fiets stond naast die van Jan, Wies en Harry hebben
ook hun fiets gevonden tussen al die fietsen, de kinderen hebben lol
onder elkaar en kijken naar Remie,Wies roept met een raar onder toontje
in haar stem, kun je je fiets niet vinden Remie,Remie roept terug dit
vind ik niet leuk meer, kom zegt Wies we gaan anders zijn we te laat
voor het eten, ik ga met Tineke en Remie mee zegt Stieneke ,daar gaan ze
de vrienden en laten Remie staan en ook broer Jan stapt op en laat
Remie en zijn zusje staan.Remie vertrouwd het niet het lijkt wel of ze
iets in hun schild voeren.De twee jongste meisjes ze laten
Remie niet alléén het was een aardig eindje lopen en erg warm.Remie
denkt wat zal papa zeggen als ik zonder fiets thuis kom.Jan is thuis aan
gekomen,papa vraagt waar zijn Tineke en Remie,Jan denkt had ik maar gewacht maar daar is het te laat voor,ja wat moet hij zeggen, Remie
zijn fiets is weg, en nou moet hij lopend naar huis,hij had toch bij
één van de anderen achter op de fiets kunnen gaan zitten, en jij laat je
zusje en broer naar huis lopen, samen uit samen thuis, Jan zegt niets
meer papa is woedend.
Christiene Düthler©
Word vervolgd.
Jaren vijftig verhaal.