vrijdag 18 augustus 2017

Kipje


                         Christiene Düthler©


Een kipje,

Tineke woonde tussen de boerderijen in een dorpsstraat met, op zijn tijd, boeren lucht. Er waren wat winkels,
een kruidenier, een bakker en een slagerij. Zij deed vaak boodschapjes voor haar mama. Aan de overkant van haar huis was een boerderij, daar ging ze ook wel eitjes en melk halen en dan natuurlijk naar de dieren kijken.
De paarden en de koeien in de wei en op het erf de kippen en ganzen en een hond Pluto, die waakte bij en om de boerderij. Een keer in de week kwam de kruidenier aan huis met zijn bakfiets, dan belde hij aan en had een grote draagmand met boodschappen aan zijn arm. In de mand zat van alles: koffie, thee, snoepjes en koekjes. En altijd een verrassing er bij leuk voor de kinderen.
Tineke zorgde dat ze altijd bij de deur was als hij kwam, hij schreef de bestelling op een briefje en een week later werd het dan bezorgd met de bakfiets. Ook de melkboer kwam aan huis en ging achterom en hij had een melkbus en een maatkan  bij zich en zo kreeg je iedere dag verse melk. Maar zo waren er ook boodschapjes die minder leuk waren, dan zei mama: wil jij een boodschapje doen voor mij? Het was niet zo ver van haar huis af. Een klein boerderijtje met van binnen alles nog in de oude staat, de tegels, een pomp in de keuken en een bedstee in de kamer. Tineke hoefde niet binnen te zijn. Ze werd op pad gestuurd of ze een kipje wilde halen en kreeg een boodschappennetje mee. En daar ging ze, met lood in haar schoenen.
Ze zag Francien al staan, met een sigaret tussen haar de lippen, voor haar was het de gewoonste zaak. Ze zei: "zo meisje, ben je boodschappen aan het doen, wat zal het zijn?" Het hoge woord kwam er uit: "Ik kom een kipje halen".
"Loop maar even mee dan zal ik een mooi kipje uitzoeken". Ze lopen een stukje de verwilderde tuin in en als ze aan het eind van het pad  zijn, komen ze bij een hek werk, Francien gaat als eerste er door en dan komt Tineke er achter aan. Francien sluit het hek en dan komen ze bij de kippenschuur. Francien maakt de deur open en laat Tineke binnen. Zo veel kippen had ze nog nooit gezien, horen en zien vergaat! Francien kijkt een keer Tineke haar kant in en begint in het rond te graaien, de kippen vliegen in het rond en rennen voor hun leven. Tineke blijft bedremmeld staan bij de deur, stof en veren vliegen door de lucht. Ja hoor, ze heeft er een te pakken. "Kom meidje we hebben een mooi kippetje".
Ze lopen het tuinpad terug richting erf en terug bij de achterdeur ziet het er allemaal  nog vredig uit, maar dat is van korte duur. Er staat een reuze boomstronk, de hakbijl ligt er boven op. Met een hand legt ze het kipje er boven op en met de andere hand zwaait ze met de bijl door de lucht. En met een flinke klap op het nekje, was het gebeurd met het kipje, het kopje lag er naast. Francien pakt het kipje op, ze loopt even naar binnen en komt terug met een krant, pakt het kipje in de krant en zegt "Zo meidje, jullie eten vanavond kip". Ze doet het kipje in het netje en daar gaat Tineke, hevig ontdaan.
Een ding weet ze nu zeker, als mama een kipje wil dan gaat ze het zelf maar halen. Tineke loopt als in trance, ze houdt het netje ver van zicht af. En daar gaat ze met het kipje zonder kopje. Francien roept nog doe mama de groeten maar Tineke hoort niks meer.

Christiene Düthler©

jaren vijftig.